Presentación del libro Desde mi ventana oscura/Vanuit mijn donkere raam de Santiago Montobbio en la Librería y Centro de Poesía Perdu (Amsterdam, 25 de abril de 2017)



di
25 apr 20:00
Vanuit mijn donkere raam
Uitgeverij Piaam presenteert de Spaans-Nederlandse dichtbundel Vanuit mijn donkere raam / Desde mi ventana oscura van Santiago Montobbio, in vertaling van Klaas Wijnsma.

Praktisch
Zaal open: 19.30
Entree: Gratis
Reserveren via: info@uitgeverijpiaam.nl


De dichter tijdens zijn bezoek aan Deventer (november 2015)
Montobbio's poëzie wordt gekenmerkt door een neiging tot zwaarmoedigheid, getemperd door een subtiele humor, die gebaseerd is op alledaagse situaties maar die nooit ten koste gaat van anderen. Een belangrijk thema is wat het betekent dichter te zijn.

Santiago Montobbio de Balanzó (Barcelona, 1966) debuteerde in 1988 in het tijdschrift Revista de Occi­dente. Zijn debuutbundel, Hospital de Inocentes (1989), kreeg een warm onthaal van onder meer de Uruguayaan Juan Carlos Onetti, die schreef: “Maar zelden beleef ik plezier aan het beantwoorden van auteurs die mij hun werk toesturen. Dit is een ander geval. Ik schrijf u graag, want uw bun­del Hospital de Inocentes is zeer goed, en ik voel een mysterieuze overeenkomst met hoe ik ben wanneer ik schrijf.” Ook spraken andere bekende schrijvers hun erkenning uit, zoals Camilo José Cela (“diepzinnige, prachtige gedichten”), Miguel Delibes (“Ik benijd de kracht van uw poëzie.”), Carmen Martín Gaite (“Ze komen voort uit een zeer duistere, ware bron.”) en de Argentijn Ernesto Sabato (“Ze zijn schitterend.”).

Als dichter kende Montobbio tot op heden twee pro­­ductieve periodes: 1987-1992 en 2009. Deze bloemlezing is samengesteld uit zijn vroege werk.

Er verschenen bloemlezingen in het Frans en het Portu­gees. Verder verschenen er in tijdschriften vertalingen van zijn gedichten in het Italiaans, Roemeens, Engels, Duits, Deens en Albanees.

HOOFDSTUK VII

Neuroot was ik nimmer en als ik toch zo ben geëindigd
was dat nooit mijn roeping. Dus als ik het had
over tunnels, balkons en andere vormen van afscheid,
die voor mij, verteerd door de herinnering aan ramen,
duidden op een gespannen afwachtend hart,
was dat niet omdat ik erg geneigd ben tot zulke zaken
maar omdat men zingt van wat er knaagt en dus
is slechts woord wat liefheeft en wat pijn doet en wat voorbijgaat
net zoals het leven onbillijk
of lijden nutteloos
blijkt te zijn. Maar al zingt men dan
van wat er knaagt
soms denk ik
dat ik in plaats van vast te leggen
wat mettertijd vergaat
wellicht had moeten proberen
met glans en mijmeringen
dermate aardige tapijten te knopen
dat de blik er zonder angst en smart
overheen had kunnen glijden.

Maar wie is er nu geïnteresseerd in leugens?

CAPÍTULO VII

Nunca fui un neurótico y si al final lo fui
jamás tuve vocación de serlo. Así que si he hablado
de túneles, balcones y otras despedidas
que marcaban el suspenso de un corazón
a quien el recuerdo de ventanas carcomía . no ha sido por una especial propensión hacia estas cosas
sino porque se canta lo que se muerde y así
palabra es sólo lo que ama y lo que duele y lo que pasa

del mismo exacto modo que resulta
vivir injusto
o sufrir inútil.
Mas aunque se canta
lo que se muerde
algunas veces pienso
que en vez de ir levantando acta
de lo que con el tiempo va muriendo
quizá debería haber intentado
con nostalgias y fulgores construir
unos tapices lo suficientemente amables
como para que pudiera por ellos pasearse
sin congojas la mirada.

¿Pero a quién pueden interesarle las mentiras?





Presentación de poesía traducida de Santiago Montobbio
El 25 de abril editorial Piaam presentará en Amsterdam, en el centro de poesía Perdu, el poemario Desde mi ventana oscura / Vanuit mijn donkere raam del poeta barcelonés Santiago Montobbio. Se trata de una edición bilingüe español-neerlandés de su poesía de juventud, con traducciones de Klaas Wijnsma. Esta poesía se caracteriza por una combinación de tristeza y humor sutil, además de por un ritmo excelente. Para más información véase www.perdu.nl/nl/r/vanuit-mijn-donkere-raam.

Santiago Montobbio

Santiago Montobbio
Foto: Anna Xalabarder

Volvió a escribir

después de 20 años de silencio. Entonces Ernesto Sábato, Miguel Delibes, Juan Carlos Onetti y Camilo José Cela describieron su poesía como honda, misteriosa, envidiable.
Es Santiago Montobbio (Barcelona, 1966) de esa estirpe de poetas que cosechan el misterio en la cotidianeidad, que se transportan con ligereza a ese otro lado donde está la sombra alumbrada y vuelve sembrado de palabras tan sencillas como poderosas, tan sobrenaturales como humanas.
(María García Esperón)